Kosten van kinderen en draagkracht - de basis voor kinderalimentatie
12 september 2025Stap 1: de behoefte van het kind bepalen – wat heeft uw kind nodig?
Het uitgangspunt van kinderalimentatie is dat kinderen er door de scheiding financieel niet op achteruit mogen gaan. Daarom wordt de ‘behoefte’ van de kinderen vastgesteld op basis van de levensstandaard die jullie als gezin hadden vóór de scheiding.
Hoe wordt dit berekend? Rechters gebruiken hiervoor landelijke richtlijnen die gebaseerd zijn op onderzoek van het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting). Het Nibud komt op basis van onderzoek tot een ‘gemiddelde behoefte’: wat een kind gemiddeld kost in een bepaalde inkomens- en gezinssituatie. Op basis daarvan maakt de rechtspraak elk jaar een ‘Behoeftetabel’.
De berekening start met het netto gezinsinkomen van vóór de breuk. Dit is het totale inkomen van beide ouders, inclusief vakantiegeld en eventuele bonussen, maar na aftrek van belastingen.
Vervolgens wordt aan de hand van de ‘Behoeftetabel’ gekeken welk bedrag bij dat inkomen en het aantal kinderen hoort.
Een vereenvoudigd voorbeeld:
Stel, jullie hadden in 2025 samen een netto gezinsinkomen van €4.500 per maand en twee kinderen. Volgens de behoeftetabel is de behoefte van de kinderen dan €1.030 per maand.
Meer dan alleen basisbehoeften: eigen en bijzondere kosten
De standaard behoefte dekt de algemene kosten. Maar wat als jullie kind uitzonderlijk dure hobby's heeft, aan topsport doet, er sprake is van hoge netto opvangkosten, of er andere hoge kosten zijn zoals bijvoorbeeld voor een particuliere school of niet-vergoede medische zorg? Deze kosten kunnen bovenop de standaard behoefte komen. Het is cruciaal om deze kosten goed in kaart te brengen en hier samen duidelijke afspraken over te maken in het ouderschapsplan. Dit voorkomt discussies in de toekomst.
Stap 2: de draagkracht berekenen – wat kan iedere ouder bijdragen?
Nadat de behoefte van de kinderen is vastgesteld, is de volgende vraag: wie betaalt welk deel? Dit hangt af van de draagkracht van iedere ouder na de scheiding. Deze berekening wordt voor elke ouder afzonderlijk gemaakt en volgt een vaste methode.
De berekening kent vier stappen:
Netto besteedbaar inkomen (NBI): wat is je netto inkomen per maand na de scheiding? Dit omvat salaris, uitkeringen en andere inkomsten.
Draagkrachtloos inkomen: dit is het bedrag dat je minimaal nodig hebt om van te leven. Het is opgebouwd uit een vast bedrag voor levensonderhoud (de bijstandsnorm) en een component voor woonlasten (doorgaans 30% van je NBI).
Draagkrachtruimte: dit is het verschil tussen je NBI en je draagkrachtloos inkomen. (NBI - draagkrachtloos inkomen = draagkrachtruimte).
Beschikbare draagkracht: van de draagkrachtruimte die overblijft, wordt 70% beschouwd als beschikbaar voor kinderalimentatie. De overige 30% is een buffer voor andere uitgaven.
Het resultaat van deze berekening is de maximale bijdrage die elke ouder per maand kan leveren voor de kosten van de kinderen.
De puzzelstukken samenvoegen: de alimentatieberekening
Nu we de behoefte van de kinderen en de draagkracht van beide ouders kennen, kunnen we de puzzel voltooien. De totale behoefte van de kinderen wordt verdeeld over beide ouders, naar verhouding van ieders draagkracht.
Een voorbeeld:
De behoefte van de kinderen is vastgesteld op €800 per maand.
Ouder A heeft een draagkracht van €600 per maand.
Ouder B heeft een draagkracht van €300 per maand.
De totale draagkracht (€900) is hoger dan de behoefte (€800). De kosten kunnen dus volledig worden gedekt.
De verdeling is: ouder A draagt 2/3 bij (€533) en Ouder B 1/3 (€267).
De zorgkorting: een correctie voor directe kosten
Hoeveel kosten je als ouder hebt, wordt bepaald aan de hand van de zorgregeling en de verdeling van de vakanties. Er wordt dus gekeken hoe vaak de kinderen bij elke ouder zijn. De kosten die je op die dagen hebt, wordt ook wel de zorgkorting genoemd.
De hoogte van deze korting hangt af van de omgangsregeling en is wettelijk vastgesteld:
15% korting: bij een gemiddelde omgang van 1 dag per week.
25% korting: bij een gemiddelde omgang van 2 dagen per week.
35% korting: bij co-ouderschap (een vrijwel gelijke verdeling van zorg).
De zorgkorting wordt afgetrokken van het bedrag dat de betalende ouder volgens de draagkrachtvergelijking zou moeten betalen.
Wat als de draagkracht onvoldoende is?
Het kan gebeuren dat de gezamenlijke draagkracht van beide ouders lager is dan de behoefte van de kinderen. In dat geval is er een draagkrachttekort. De wet schrijft dan voor dat het beschikbare bedrag naar verhouding wordt verdeeld. Wanneer er onvoldoende draagkracht is, wordt er gekeken of de werkelijke woonlasten lager zijn dan het woonbudget waar standaard mee gerekend wordt. Voor situaties met een zeer laag inkomen bestaat er een minimumbijdrage van €25 per kind per maand, omdat de zorgplicht voor kinderen altijd voorop staat.
Belangrijke updates en veranderingen die u moet weten
De regels rondom alimentatie zijn niet statisch. Ten eerste wordt elk jaar bepaald met welk percentage het alimentatiebedrag moet worden verhoogd. Ook veranderen de regels of de wetgeving regelmatig.
De jaarlijkse indexering: alimentatie groeit mee
Elk jaar wordt de kinderalimentatie verplicht aangepast aan de looninflatie. Dit heet indexering. De alimentatie wordt jaarlijks geïndexeerd. Check altijd het actuele indexpercentage voor het betreffende jaar.
Nieuwe wet per 1 juli 2025: kinderalimentatie krijgt voorrang
Een belangrijke wetswijziging geeft kinderalimentatie een sterkere positie. In de praktijk betekent dit dat bij een faillissement of schuldsanering de openstaande kinderalimentatie voorrang krijgt op de meeste andere schuldeisers. Dit is een belangrijke stap om de financiële positie van kinderen beter te beschermen.
WhatsApp ons